Nederland heeft een sterke geef-cultuur, met elkaar ondersteunen wij financieel kwetsbaren, bijvoorbeeld met voedselbanken en met elkaar zorgen wij voor het voortbestaan van musea, theaters en concertgebouwen, ook in tijden van financiële krapte.
De overheid erkent deze belangrijke rol van de filantropie. In de Miljoenennota staat dan ook:
“De overheid en filantropie hebben een langdurige relatie. Zowel overheid als filantropie richten zich op het publieke domein en beogen oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Behoud van autonomie voor de filantropie is daarbij een belangrijke voorwaarde. De beleidsvisie van het kabinet van 18 oktober 2019 vormt de basis voor structurele samenwerking. Dit gebeurt aan de hand van drie Rijksbrede speerpunten: het stimuleren van geefgedrag, het bevorderen van transparantie en betrouwbaarheid van de sector en het bevorderen van de samenwerking tussenoverheid en filantropie.”
Maar in dezelfde Miljoenennota, in de belastingplannen voor 2023, klinkt een hele andere boodschap: De aftrekbaarheid van periodieke giften aan ANBI’s wordt gemaximeerd op € 250.000 per huishouden. Het gaat hier om giften van de allerrijkste Nederlanders. Vanuit het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, zijn de giften van vermogenden veel hoger dan het gemiddelde. Het gaat hier specifiek om periodieke giften van minimaal 5 jaar, essentieel voor de doorlopende financiering van bijvoorbeeld opvanghuizen, medisch wetenschappelijk onderzoek en culturele instellingen.
Deze maatregel is niet logisch als het stimuleren van geefgedrag een speerpunt is van de regering. Sterker nog, juist de allerrijksten zouden meer gestimuleerd moeten worden om te geven. In deze tijd van crisis zouden juist de meest vermogende Nederlanders extra moeten bijdragen aan de samenleving.
De FIN gaat samen met de SBF-partners (Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie) in gesprek met de overheid en de politiek over deze dubbele boodschap. Wat is de achtergrond van deze maatregel? Welk probleem moet hier worden opgelost? Hoe kunnen wij gezamenlijk het geefgedrag extra stimuleren in een tijd waar het zo nodig is?
Wij houden u op de hoogte van de gesprekken en de verdere ontwikkelingen. Voor meer informatie en uw reactie op deze plannen kunt u terecht bij directeur Siep Wijsenbeek, s.wijsenbeek@verenigingvanfondsen.nl / 06-57668462.