Opdracht en commissieleden
De commissie bestaat uit drie deskundigen: mr. G.J. van Leijenhorst, dr. A.E.M Leijten LLM MA en prof. dr. R.H.F.P. Bekkers. Zij beschikken over ruime kennis op het gebied van fiscaliteit, grondrechten en filantropie. De opdracht aan deze commissie is om, vanuit de verschillende visies en deskundigheden te beoordelen welke mogelijkheden er zijn, al dan niet door aanpassing van ANBI-regelgeving, om het algemeen nut karakter beter tot uitdrukking te laten komen. De commissie is ook gevraagd hoe zij aankijkt tegen het risico op witwaspraktijken via ANBI’s. De commissie streeft ernaar haar bevindingen in maart 2022 op te leveren.
Aanleiding
De aanleiding voor de instelling van de commissie is dat de Tweede Kamer regelmatig vragen stelt over bepaalde ANBI’s waarvan het gedrag niet in lijn zou zijn met het algemeen belang. Het gaat dan bijvoorbeeld om ANBI’s ‘die giften ontvangen uit onvrije landen of om organisaties die zich met conversiepraktijken bezighouden’ (voorbeelden uit brief van 29 juni). De staatsecretaris heeft de Tweede Kamer toegezegd te zullen onderzoeken of de Belastingdienst extra kan controleren of ANBI’s handelen conform algemeen nut. Als dat dan aanleiding geeft tot actie, moet nader bezien worden of de Belastingdienst mogelijkheden heeft om de ANBI-status in te trekken. Onderzocht moet worden of daar een wetswijziging voor nodig is.
Standpunt SBF
In ons land worden burgers en hun organisaties met het ANBI-stelsel ondersteund bij hun vrijwillige inzet voor het algemeen belang. Het ANBI-stelsel is, in combinatie met de giftenaftrek, van grote betekenis voor onze samenleving. Om die reden heeft SBF eind vorig jaar het adviesrapport ‘Beter Geven’ gepresenteerd. Dat rapport bevat diverse voorstellen voor versterking van de giftenaftrek en het ANBI-stelsel. Uitwerking van sommige voorstellen loopt nog, andere zullen onderwerp zijn van overleg met een nieuw kabinet.
SBF volgt dit adviestraject met grote belangstelling maar ook kritisch. SBF stelt zich uiteraard op het standpunt dat gedrag dat in onze rechtsstaat niet past of verboden is, niet getolereerd mag worden. In onze democratische rechtstaat wordt hier al in voorzien door het strafrecht en kan de rechter nu al een oordeel uitspreken over de vraag of een doelstelling of gedraging als algemeen nuttig kan worden beschouwd. Het is maar zeer de vraag of een uitbreiding van bevoegdheden van de Belastingdienst via wetgeving nodig is.
Het is van grote waarde dat het ANBI-stelsel verschoond blijft van politieke inmenging op basis van op een bepaald moment geldende meerderheidsopvattingen over ‘wat hoort en wat niet hoort’. Pluriformiteit, kritisch vermogen, de vrijheid op te komen voor idealen die (nog) niet door de ‘meerderheid’ worden omarmd, zijn belangrijke kenmerken van de ‘maatschappelijke democratie’ die gekoesterd moeten worden.
Wij gaan er overigens vanuit dat de commissie terdege rekening zal houden met opvattingen en observaties binnen deze brede, veelkleurige kring van algemeen nut beogende instellingen en we zullen ook zelf als SBF de commissie graag te woord staan.
Klik hier voor de brief van 3 december
Klik hier voor de brief van 29 juni