Direct bij de invoering van beperking van de aftrekbaarheid van periodieke giften aan ANBI’s is de FIN, de branchevereniging van fondsen en foundations in actie gekomen en heeft een inventarisatie gemaakt van de grote schade bij deze organisaties met verschillende maatschappelijke doelstellingen van armoedebestrijding tot cultuur, van internationale samenwerking tot gezondheidszorg. Uit de inventarisatie blijkt dat een aanzienlijk deel van de grote giften boven de 250.000 euro afkomstig zijn van bedrijven met particuliere eigenaren, de Nederlandse familiebedrijven. Daarom heeft FBNed, de belangenbehartiger voor familiebedrijven, zich bij de actie aangesloten.
Ondernemende families willen bijdragen aan de maatschappij, onder andere met grote donaties aan ANBI’s, waarmee zij ‘ondernemingsvermogen’ omzetten naar ‘maatschappelijk vermogen’. De fiscus beschouwt deze giften als een verkapte winstuitdeling waarover inkomsten- en dividendbelasting moet worden betaald. De aftrekmogelijkheid compenseerde die belasting, maar door de beperking van de aftrek zijn deze schenkingen nu feitelijk belast. Uit de inventarisatie bleek dat er daardoor grote schenkingen niet doorgingen, waarbij de concreet aangetoonde schade opliep tot ver boven de 150 miljoen euro.
Met de compensatie in het Belastingplan 2024 wil het kabinet dat herstellen, met een nieuwe maatregel wordt geregeld dat giften door de vennootschap niet worden aangemerkt als verkapte winstuitdeling aan de bedrijfseigenaren en leiden dus niet tot inkomsten- en dividendbelasting.
Daartegenover staat dat giften aan ANBI’s tot 100.000 euro niet langer aftrekbaar zijn van de winst van de vennootschap. Deze regeling geldt voor alle bedrijven, ongeacht het eigendom, en jaarlijks wordt er ca. 38 miljoen euro aan dergelijke giften gedaan. Het is natuurlijk jammer dat deze aftrekmogelijkheid verdwijnt. Het voordeel vervalt, maar dat is op zich geen belemmering voor bedrijven om een deel van de winst te gebruiken voor het maatschappelijk belang.
Het belangrijkste is dat de onbedoelde belastingheffing op grote periodieke giften van familiebedrijven wordt beëindigd. Daarmee is de grootste maatschappelijke schade van de beperking van de aftrek gecompenseerd. Bovendien heeft het potentieel om een algemene impuls te geven aan de bijdrage vanuit het bedrijfsleven aan maatschappelijke doelen.