Deze blog is geschreven door Ellen Timmer, juridisch onderzoekster. Deze blog is op 3 maart gepubliceerd op ellentimmer.com en hebben wij integraal overgenomen.
Kamervragen
Die praktijken hebben gisteren geleid tot kamervragen over de plaatsing in de hoog-risico categorie door DNB en AFM van kerkgenootschappen, andere religieuze instellingen en charitatieve instellingen. Het gaat dan om de categorieƫn van organisaties die per definitie een hoog risico op witwassen en terrorismefinanciering zouden opleveren [2].
De vragen luiden:
1. Bent u bekend met de vragenlijst Ā«Wwft & Sw voor beleggingsondernemingenĀ» van de Autoriteit FinanciĆ«le Markten (AFM) en de Ā«Vragenlijst integriteitsrisicoĀ» van De Nederlandsche Bank (DNB)?
2. Bent u ervan op de hoogte dat de AFM in deze uitvraaglijst kerkgenootschappen, andere religieuze instellingen en charitatieve instellingen in dezelfde lijst plaatst als onder andere massagesalons, pandjeshuizen en de wapenhandel? Bent u er tevens van op de hoogte dat DNB in de Ā«Vragenlijst integriteitsrisicoĀ» naast coffeeshops, kansspelen, ārelaxbedrijven, prostitutie, adult industry (incl. internet)ā expliciet ook religieuze instellingen en charitatieve instellingen (o.a. stichtingen) benoemt als sector waarvan zij wil weten hoeveel klanten een onder toezicht staande instelling heeft?
3. Kunt u uitleggen wat religieuze organisaties volgens DNB en AFM precies zijn? Omvat deze definitie alle organisaties met een bijzondere grondslag?
4. Kunt u aangeven op basis van welke specifieke data kerkgenootschappen op deze lijst zijn gekomen? Hoeveel verdacht verklaarde FIU-meldingen zijn er de afgelopen drie jaar geweest binnen deze categorie en over hoeveel kerkgenootschappen gingen deze meldingen ten opzichte van het totaal aantal kerkgenootschappen?
5. Kunt u aangeven op basis van welke specifieke data religieuze instellingen op deze lijst zijn gekomen? Hoeveel verdacht verklaarde FIU-meldingen zijn er de afgelopen drie jaar geweest binnen deze categorie en over hoeveel religieuze instellingen gingen deze meldingen ten opzichte van het totale aantal religieuze instellingen?
6. Kunt u aangeven op basis van welke specifieke data charitatieve instellingen op deze lijst zijn gekomen? Hoeveel verdacht verklaarde FIU-meldingen zijn er de afgelopen drie jaar geweest binnen deze categorie en over hoeveel charitatieve instellingen gingen deze meldingen ten opzichte van het totale aantal charitatieve instellingen?
7. Kunt u zich voorstellen dat, gelet op deze aanpak van toezichthouders, Wwft-instellingen zich gedwongen voelen altijd een verscherpt cliƫntonderzoek te doen naar kerkgenootschappen, religieuze instellingen en charitatieve instellingen nu de wet aangeeft dat er een verscherpt cliƫntonderzoek dient plaats te vinden indien de zakelijke relatie naar haar aard een hoger risico op witwassen met zich meebrengt en de toezichthouders middels de vragenlijsten ook suggereren dat de genoemde instellingen een dergelijk hoger risico met zich meebrengen?
8. Kunt u met een voorbeeld uitleggen hoe een Wwft-instelling bij een onderzoek naar een kerkgenootschap ā zonder dat er duidelijke witwastransacties en/of sanctiealerts zijn ā dit onderzoek inclusief transactieanalyse moet vormgeven zonder in strijd te komen met de beginselen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) onder meer inhoudende dataminimalisatie en doelbinding? Is het daarbij de bedoeling dat bijvoorbeeld banken een transactieanalyse doen en het kerkgenootschap onderzoek moet doen naar de legitimiteit van de gevers van de gelden?
9. Kunt u met een voorbeeld uitleggen ā rekening houdende met de AVG ā hoe een Wwft-instelling verscherpt onderzoek moet doen naar de donateurs aan een charitatieve instelling die bijvoorbeeld opkomt voor de LHBTI+-doelgroep zonder dat persoonsgegevens van mogelijk direct betrokken gevers worden vastgelegd door middel van een transactieanalyse?
10. Kunt u met een voorbeeld uitleggen hoe een verscherpt cliĆ«ntonderzoek ā rekening houdende met de AVG ā moet plaatsvinden bij een charitatieve instelling die onderzoek ondersteunt naar een specifieke erfelijke ziekte nu het vaak niet uitgesloten is dat de soms grote gevers hier soms directe betrokkenheid bij deze erfelijke ziekte hebben, en de registratie van dergelijke persoonskenmerken niet mag binnen de AVG?
11. Is de benadering van kerkgenootschappen, religieuze instellingen en charitatieve instellingen door AFM en DNB de door u voorgestane invulling van de bankierseed waarin wordt gesproken over zorgvuldige afweging, gedragen naar wetten (dus inclusief de AVG-risicoās)?
12. Zo ja, kunt u per aspect van de bankierseed mede in het licht van het voorgaande aangeven hoe zich dit verhoudt tot voorgaande vragen?
13. Zou het zo kunnen zijn dat de benadering van de toezichthouder ervoor zorgt dat er in de praktijk een wezenlijke toetredingsdrempel wordt opgeworpen tegen kerkgenootschappen, religieuze instellingen en charitatieve instellingen en dat religie en giftgedrag op deze wijze in de hoek worden gezet als potentieel verdachte activiteiten gerelateerd aan financieel economische criminaliteit? Acht u dat wenselijk en, zo nee, wat gaat u daar concreet aan doen?
14. Bent u bereid uit te spreken dat u het zeer onwenselijk acht dat Wwft-instellingen verscherpt cliƫntonderzoek doen naar kerkgenootschappen, religieuze instellingen en charitatieve instellingen zonder dat daar in het individuele geval een duidelijke, concrete aanleiding voor is?
15. Bent u bereid de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen om zowel bij DNB als AFM een onderzoek te doen om te bezien of de AVG onder meer in zaken als religie, seksuele gerichtheid en gegevens over iemands gezondheid voldoende op het netvlies staat, gelet op de wijze waarop zij hun toezichthoudende rol invullen in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en Sanctiewet (Sw)?
16. Kunt u, nu u eerder bij vragen over het acceptatiebeleid voor zakelijke klanten bij Knab expliciet heeft gesteld dat het maken van onderscheid tussen organisaties met en zonder religieus karakter in strijd is met artikel 1 van de Grondwet, aangeven waarom DNB en AFM dit wel zouden mogen in hun uitvragen? Handelen deze toezichthouders hiermee in strijd met hierop van toepassing zijnde wetgeving zoals onder meer opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (cf. artikel 137 c-g en artikel 429)?
Dat deze vragen nodig zijn, geeft aan dat het systeem van de witwasbestrijding zoals ontworpen door FATF en uitgerold door Europa en de Nederlandse overheid inherent maatschappelijk onbetamelijk is en tot uitwassen leidt.
DNB neemt geen verantwoordelijkheid
Nog erger is dat DNB zich onder haar verantwoordelijkheid probeert uit te draaien (bericht van medio 2022) en schrijft dat zij de informatie gebruikt om op banken (en andere onder toezicht gestelden) een risico-etiket te plakken, maar dat deze risicoclassificatie voor de onder toezicht gestelden zelf van beperkte betekenis zou zijn. Dat vind ik bizar. Zoals ik al eerder schreef is het een illustratie van de schimmenwereld waarin de financiƫle sector zich beweegt.
Verantwoording afleggen
Het is hoog tijd dat het ministerie van Financiƫn en de Wwft-toezichthouders, zoals DNB en AFM, aan de maatschappij verantwoording gaan afleggen over de wijze waarop zij met risicoprofilering en -classificatie omgaan en dat onafhankelijke deskundigen de discriminerende praktijken van de overheid en de banken gaan onderzoeken.
Om deze reden is verdere aanpassing van de witwasbestrijdingsregelgeving op dit moment ongewenst.
Noten
[1] Al eerder schreef ik over de merkwaardige praktijk van DNB om aan hele branches de kwalificatie hoog risico op witwassen en terrorismefinanciering toe te kennen, lees:
DNB probeert zich onder haar verantwoordelijkheid uit te draaien, zie Bericht DNB over hoogrisicosectoren | Wwft, 25 juni 2022.
[2] Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de minister van Financiƫn over de vragenlijst Wwft & Sw voor beleggingsondernemingen van de AFM en de Vragenlijst integriteitsrisico van DNB (ingezonden 2 maart 2023), 2023Z03692. Hier te vinden.
Deze blog is geschreven door Ellen Timmer, juridisch onderzoekster.